Blog

Schrijf je vrij of schrijf je schools? Het gevaar van schrijftips – of het nu om kortverhalen of webpagina’s gaat – schuilt in het al te rigoureus en plichtsbewust toepassen ervan. Dan krijg je teksten die artificieel klinken. Resultaat? Geen mens die geboeid, laat staan overtuigd raakt door je tekst.
Zijn vakliteratuur en schrijfcursussen dan helemaal uit den boze? Integendeel. Lees en leer zoveel mogelijk, absorbeer als een spons en maak je de technieken eigen. En vergeet vervolgens alles. Onbewust blijf je de regels nog wel toepassen maar ze domineren je schrijfstijl niet langer. Want je hebt een eigen stem (tone of voice) en die maakt je uniek. Ze is je handelsmerk, je unique selling proposition (usp) zelfs. Want mensen lezen nu eenmaal graag van mensen.
Schrijftips: 5 valkuilen
- Angstvallig op zoek gaan naar actieve werkwoorden. Gevolg? Teksten die zwanger lijken van de actie. Soms klinkt een passieve zin echt wel spontaner en geloofwaardiger dan de actieve versie. Goederen worden nog altijd geleverd, anders belanden ze zomaar ergens. En dat klinkt toch een beetje raar.
- Staccato. Teksten die haperen en stotteren in plaats van glijden en vloeien. Vooral een fenomeen op het net, want voor webteksten geldt dat eenvoud siert. Met andere woorden: schrijf korte zinnen. Maar al te consequent toegepast resulteert die schrijftip in weinig leesbare en aantrekkelijke teksten.
- Ook een dogma van formaat op het net: eenvoudige woorden. Jargon of vaktermen vermijd je inderdaad best maar soms verliest de webschrijver de pedalen en zakt hij weg in de staart van het peloton. Kleutertaal wint nooit een schoonheidsprijs maar – en dat is erger – komt bij sommige ontvangers over als een belediging. Onderschat je lezers niet en behandel ze met respect. Schrijf volwassen, tenzij voor kinderen.
- Overacting in de aanspreekvorm. Spreek je lezer aan maar tutoyeer en vousvoyeer met mate en op het juiste moment. Te veel ‘je’ en ‘u’ (of namedropping) komt soms opdringerig en geforceerd over.
- Overdaad aan vragen. Zeker op het web is het zaak je lezer te betrekken. Dat doe je bijvoorbeeld door een denkbeeldig gesprek aan te knopen en constant vragen te stellen. (Die je vervolgens zelf beantwoordt.) Ook hier geldt dat overdaad schaadt. Maak er geen verhoor van en stel vragen op de gepaste momenten.
Writer’s block na een overdosis theorie?
Kort nadat ik startte als copywriter ging ik me verdiepen in schrijven voor het internet. (aka online copywriting of web copywriting) Ik verslond een pak info op websites, online cursussen en vakliteratuur in boekvorm. (Check je Webtekst, Verleiden op internet, …)
Eigenaardig genoeg leidde al die theorie op korte termijn tot een writer’s block. Verlamd door alle regeltjes moest ik weer op zoek naar mijn eigen stem en stijl. Ontsnappen uit het keurslijf en weer starten met een ongeschreven blad. Want schrijven, dat is vooral vrij zijn. Een feest van spontaniteit. Of tenminste, dat zou het moeten zijn.
Schrijftips na de theorie
- Volg de richtlijnen naar de geest en niet naar de letter. Want taal is nog altijd meer gevoel dan wetenschap.
- Laat de teugels op tijd vieren want anders steigert het paard. In gewone mensentaal (want beeldspraak is taboe op het net): wees creatief.
- Behoud je eigen persoonlijkheid en schrijf teksten met pit en passie. Alleen zo springt je tekst eruit en raak je mensen op de juiste plaats.